Microsoft Navision tips

Open powershell op de Navision server en importeer de Nav module (onderstaande voorbeeld is voor Navision 2016).

Import-Module "D:\Program Files\Microsoft Dynamics NAV\90\Service\Microsoft.Dynamics.Nav.Management.dll"

Vervang MAVD voor je huidige naam en vervang MAVD - Acceptatie voor je nieuwe naam.

Rename-NAVCompany –ServerInstance 'Acceptatie' -CompanyName 'MAVD' -NewCompanyName 'MAVD - Acceptatie' -Verbose

Wacht dit even een aantal minuten af en je bent klaar. Onderbreek dit proces niet!

Altijd zien in welk bedrijf je zit te werken? (handig om aan te geven of je in productie of acceptatie bezig bent).

Open de bedrijfsgegevens page in Navision.

Vul het systeemindicatie veld in met je veldnaam naar keuze en je kan deze eventueel ook een kleur geven via de indicatorstijl.

De te kiezen kleuren.

Je ziet de indicator pas veranderen als je Navision een keer uit en weer aan zet.

Open een notepad en kopieer hier onderstaande tekst naar toe. (in dit voorbeeld staan twee bedrijven Productie en Acceptatie)

<!--?xml version="1.0" encoding="utf-8"?-->
<configuration>
  <appsettings>
    <add key="Server" value="navserver">
    <add key="ClientServicesPort" value="7046">
    <add key="ServerInstance" value="Productie">
    <add key="TenantId" value="">
    <add key="ClientServicesProtectionLevel" value="EncryptAndSign">
    <add key="UrlHistory" value="navserver:7051/Acceptatie,navserver:7046/Productie">
    <add key="ClientServicesCompressionThreshold" value="64">
    <add key="ClientServicesChunkSize" value="28">
    <add key="ClientServicesKeepAliveInterval" value="120">
    <add key="MaxNoOfXMLRecordsToSend" value="5000">
    <add key="MaxImageSize" value="26214400">
    <add key="ClientServicesCredentialType" value="Windows">
    <add key="ACSUri" value="">
    <add key="AllowNtlm" value="true">
    <add key="ServicePrincipalNameRequired" value="False">
    <add key="ServicesCertificateValidationEnabled" value="true">
    <add key="DnsIdentity" value="">
    <add key="HelpServer" value="navserver">
    <add key="HelpServerPort" value="49000">
    <add key="ProductName" value="">
    <add key="UnknownSpnHint" value="(net.tcp://navserver:7051/Acceptatie/Service)=Spn;(net.tcp://navserver:7046/Productie/Service)=Spn;(net.tcp://navserver:7051/acceptatie/Service)=Spn;">
</appsettings>
</configuration>

Pas aan met je eigen gegevens.
navserver Servernaam
Productie Naam standaard te openen Nav instance
Acceptatie Naam Acceptatie/test Nav instance
7046 Standaard poort van de eerste Nav instance
7051 Zelf bedacht poort voor de tweede Nav instance

Sla op als ClientUserSettings.config en plaats dit bestand in:

C:\ProgramData\Microsoft\Microsoft Dynamics NAV\90\ (een bestand op deze locatie geeft elke nieuwe gebruiker die Navision voor de eerste keer opstart deze configuratie mee)

of

%appdata%\Microsoft\Microsoft Dynamics NAV\90\ClientUserSettings.config (een bestand op deze locatie past het voor een gebruiker aan die al een keer Navision heeft opgestart)

Ik heb dit gebruikt in Navision 2009 en 2016 alleen voor Navision 2009 moet je de bestanden niet in map \90\ zetten maar in \60\ . Voor andere Navision versie werkt dit ook wel, maar kijk even waar de bestanden precies opgeslagen moeten worden.

Deze bestanden kopieer ik zelf via GPO naar de gebruikers toe bij elke login. Zodat dit altijd standaard ingesteld is voor de gebruikers.